Willemijne en Sander op de fiets

Costa Rica

De grens illegaal oversteken is tot daar aan toe, maar illegaal een land doorkruisen is toch wat te veel avontuur. Dus gaan we na de douche terug naar de grens met de taxi. De mensen in de taxi denken allemaal dat we problemen zullen krijgen. Omdat morgen de fakkel (die staat voor de vrijheid van Centraal-Amerika) de grens zal oversteken, worden vrachtwagens maar nauwelijks de grens overgelaten. Er staat dus een file van 2km. We besluiten maar te gaan lopen. Bij de immigratie wordt niet eens een blik geworpen in ons paspoort, en zonder enig probleem staan we binnen 1 minuut weer buiten. Dus weer 2 km terug en daar lukt het ons om een taxi te krijgen.

De volgende dag fietsen we naar Liberia. Honderden fietsers komen ons van de andere kant tegemoet met vlaggen en toeters om de fakkel vandaag binnen te halen. Sommigen zijn duidelijk niet gewend aan fietsen en zien er afgeleefd en hulpeloos uit. Allemaal zwaaien en roepen ze naar ons. Het is wel eens prettig om zoveel anderen op de fiets te zien, er zitten zowaar een aantal vrouwen met een fietsbroek tussen. Ik voel me minder alleen. ´s Avonds wordt de fakkel onthaald door honderden mensen in Liberia. Na een uur gaat de fakkel weer verder onder begeleiding van een groep renners.

Vanuit Liberia fietsen we de Bergen in richting het meer Arenal. Als we er omheen fietsen genieten we van het uitzicht en de enorme hoeveelheid dieren. Hier stikt het ook van de Amerikanen met kasten van huizen die de jungle platkappen om een strak gazonnetje te creeëren.

We fietsen om de indrukwekkende vulkaan Arenal heen. Deze is nog altijd actief en ´s avonds is de lava te zien. Tenzij het weer goed is…. Maar dat is het natuurlijk niet. We moeten anderhalf uur wachten tot de regen en de mist voor 10 minuten wegtrekken en ons het schouwspel laten zien van de spuwende vulkaan en de vallende lavabrokken. Omdat we de hotsprings over moeten slaan vanwege de regen, mogen we de volgende dag nog een keer mee en dan herhaalt het zich nog een keer. Het is een gaaf gezicht.

De tocht naar San Miguel gaat langzaam omhoog, maar vanaf dat dorp lijkt de weg een soort achtbaan en gaat belachelijk steil omhoog. Het enige voordeel is dat je op deze manier álle tijd hebt om dieren te spotten (waaronder een miereneter). Nadat mijn gedachten wel 20 keer zijn afgedwaald naar het gemak van een lift in een pick-up, bereiken we eindelijk de top. We trekken de jassen aan om naar beneden te suizen. Eenmaal in de stad aangekomen waar we bij een Tico (Costa Ricaan) zullen overnachten, proberen we hem wederom te bereiken via telefoon en e-mail, zonder succes. Ondertussen zitten we op het central plein wat te niksen. Eerst komt ere en vrouw met ons kletsen en ze biedt ons al snel aan om bij haar te slapen als we onze gastheer niet te pakken kunnen krijgen. We schrijven haar adres op. Haar man kan ons dan om 6 uur komen halen (NB. dan is het al donker). Na 10 minuten vertelt ze dat ze op zoek is naar een gringo. Ik vraag waarom, want ze heeft toch al een man? Heel openhartig vertelt ze dat alle Tico´s machisten zijn en haar man haar al jaren slaat. Ze wijst aan op welke plekken. En ze voegt toe dat hij haar ook sloeg tijdens haar 6 zwangerschappen. Ik weet niet waarom, maar ineens hebben we niet meer zo´n behoefte om in 1 huis te slapen met die man. Ze neemt de bus naar haar huis, waarna we lastig worden gevallen door een dronken man die rondjes rond het plein rent in een spijkerbroek terwijl het 40 graden is. Na ieder rondje komt hij naast mij zitten en hij stinkt enorm. Op een gegeven moment zeg ik hem dat ie op moet rotten, maar er zijn nog wat woorden van Sander voor nodig voordat hij weggaat. Om 5 uur en na ongeveer 5 waarschuwingen van taxichauffeurs dat we hier in het donker niet moeten zijn (zij werken ´s nachts niet omdat het te gevaarlijk is) moeten we op zoek naar een hotel. Dat blijkt er niet te zijn in deze stad, dus moeten we 8km verder naar Alajuela. Daar vinden we gelukkig een hoteleigenaar die ons onthaalt met een kopje thee en een wasmachine. Wat een dag….. later blijkt dat onze gastheer was aangereden op de fiets, een gebroken pols had en zijn telefoon verloren.

De volgende dag dalen we af naar de kust. Volgens de hoteleigenaar was het alleen afdalen met een klein klimmetje en daarna vlak. Soms heb ik zin om al die mensen die dit soort uitspraken doen een keer op de fiets omhoog te sturen! Pas 3 uur later zijn we boven en daarna dalen we af naar een heuvelachtig landschap (lees: NIET vlak). Het is net zoiets als naar de weg vragen. Er wordt wat gezwaaid met armen en benen en er worden aanwijzingen gegeven (daar bij het huis van die en die rechtsaf) die wij niet kunnen begrijpen, omdat we er nog nooit zijn geweest. Wij Nederlanders horen graag de uitleg: Eerste links en dan bij de stoplichten rechts….etc. Of ze zeggen: het is nog 20 minuten met de auto, dus ongeveer 30 minuten met de fiets!! Probeer dat maar eens tijdens het klimmen.

We rijden langs de kust naar het schiereiland Osa. Het is hier prachtig, met overal jungle. Costa Rica is ons erg goed bevallen. We hebben walvissen, schildpadden, miereneter, ara´s, toekans, papegaaien, apen, slangen, kikkers, luiaards, krokodillen, krabben, iguana´s, coati´s, wasbeertjes en agouti´s gezien. Nu kunnen we met een goed gevoel naar Panama.

Schildpadden en Kikkers, (Sander)

Hallo allemaal,

De meeste dieren zie je makkelijk; apen, vogels en andere kleine zoogdieren. Voor enkele anderen moet je echt op zoek en dat doen we dan ook.

Schildpad 1 (playa del coco Nicaragua)

Twee nachten gezocht met als resultaat:

  • Een stuk of 20 uitkomende nesten met 50 tot 100 schildpadjes (nacht 1)
  • Vrijwilligers die de schildpadjes die over dag op het strand zijn (te zwak of op het verkeerde moment uitgekomen) ´s avonds weer uitzetten, survival of the fittest, maar dan anders. (nacht 1)
  • Vrijwi lligers die de schildpadden tellen en dus soms ook uitgraven en op een rijtje zetten. Verpest echt het mooie moment. (nacht1)
  • 10 andere toeristen om samen mee om een nest te kunnen liggen. (nacht1)
  • Bewakers van het national park die 'of the record' zeggen wel een paar eieren te verkopen als er teveel zijn.
  • Eierrovers die een spelletje doen op het niet beschermde strand. Wie het eerst komt mag het nest 'hebben'. Op dit strand komen dus ook geen nesten meer uit omdat ze allemaal geroofd zijn. (nacht2)
  • Prijs van een ei 5 eurocent per stuk. In sommige gelegenheden staan ze gewoon op de kaart, ook in Costa Rica.
  • Geen grote schildpadden gezien

Schildpad 2 (playa hermosa, Uvita)

Samen met een maritiem bioloog en 4 andere toeristen ben ikwederom een nacht op zoek geweest naar de grote schildpad. Willemijne was te moe en had geen trek om een nachtje door te halen na een fietsdag. Uiteindelijk was het 03.00u voordat ik weer terug was goede inschatting van Willemijne dus. Resultaat:

  • Zes Olive Ridley turtles aan het werk gezien tijdens het leggen van de eieren. (ongeveer 75 cm groot). Indrukwekkend!!
  • 3 leeggeroofde nesten gevonden. Niemand gezien terwijl we er heel dichtbij waren. Die eierrovers zijn blijkbaar behoorlijk slim en getraind.
  • Een complete eier hatchery. Waar ik als 'verplichte vrijwilliger' ook nog een nest met eieren in heb herbegraven. Wanneer dit niet gebeurt komen er helemaal geen nesten uit aangezien het eierroven strafbaar is maar erbijna niet op gecontroleerd wordt.
  • Een halve foto van een schldpad met flits waarna ik op mijn kop kreeg omdat dat natuurlijk niet mocht.

Overpeinzing schildpad:

Het is natuurlijk erg gaaf om de jonge schildpadden uit te zien komen. En erg indrukwekkend om een grote aan land te zien komen om zijn werk te doen. Maar het sfeertje van beschermen dat eromheen hangt bevalt me niet. Je moet nieteieren gaan herbegraven. Zet maar gewoon een wachter neer die wel wat doet aan de rovers. Als er schildpadjesuitkomen diete zwak zijn of op het midden van de dag uitkomen dan is dat ook de natuur, dus laat het dan zo maar zijn, 'survival of the fittest'. Zolang de mensen de eieren als delicatessen zien en denken dat ze potentieverhogend werken wordt het beschermen zowiezo erg lastig. Educatie en preventieis de sleutel tot het beschermen van de eieren en dus de schildpadden als soort.

Kleurige kikkers:

Overal waar je kijkt in Costa Rica zie je de ara´s en de groene nachtkikker met rode ogen afgebeeld; uithangborden, boeken, websites. Na bijna drie weken Costa Rica hadden we de ara wel gezien maar de gekleurde kikkers waren voor ons als leek niet te vinden. Ook de mensen die we tegenkwamen konden ons niet vertellen hoe en wat, allerlei tegenstrijdige berichten. Gelukkig hebben we een couchsurf gedaan bij een bioloog (Felix) die was afgestudeerd op kikkers en daarbij erg geïntereseerd was in slangen. Met hem hebben we anderhalve dag doorgebracht in de jungle en overnacht op zijn eigen stukje jungle met in de buurt, je raad het al, kikker habitats. Resultaat;

  • We hebben de groene kikker met rode ogen gezien. Dit is een nachtdier en werd door Felix professioneel gelocaliseerd door het imiteren van de geluiden.
  • 4 soorten gifkikkertjes gezien. Deze zijn erg klein en zitten verscholen in de jungle. Het zoeken was een hele ervaring. Wij zien niks maar, Felix dook de bosjes in keek bij wat bomen en ving dan uit het niets zo´n hele mooie kikker. Echt heel gaaf. Uiteindelijk vond ik ook een kikker maar dat was meer geluk dan wijsheid.
  • Een boa constrictor gezien. Jammer genoeg zat hij in zijn hol en wou hij er niet uitkomen. Ik was in staat om hem uit te graven, maar dat is dan ook weer niet echt netjes.
  • Ook nog een zeer gevaarlijke' boo' slang gezien. Willemijne zat er bijna met haar hand in tijdens het zoeken naar de kickers.

Conclusie kikker:

Echt een hele gave ervaring om deze mooie beesten te zien. Het zoeken naar deze beesten duurt lang en je moet er wel moeite voor doen maar dat is misschien ook wel de charme. Voor mij een hele bijzondere ervaring.

Nicaragua

Nicaragua geeft gelijk een schoner gevoel dan Honduras. Wel zien we meer armoede hier. Kinderen schooien vaker om geld en vooral in de grotere steden zie je meer zwervers. Bijvoorbeeld kinderen die vragen of ze de restjes van je bord mogen opeten of je drinken mogen hebben. En zwervers die ongevraagd de resten van de borden in een eettentje afgraaien en dan snel wegrennen.
Na de gebruikelijke ergernissen bij de grens sjoeven we 20km naar beneden langs een riviertje. In Ocotal slapen we in een hok (meer konden we er niet van maken), maar wel als een roos.

Van Ocotal fietsen we in een paar dagen naar de hoofdstad Managua, waar je als toerist eigenlijk niks te zoeken hebt. Maar wij gaan daar couchsurfen en we hebben geluk, het is een enorm huis met een buitenbadkamer! De tarantula´s die daar rondlopen hebben wij helaas niet gezien. In Managua zijn de gevolgen van een aardbeving nog duidelijk te zien. De kathedraal en andere gebouwen zijn weg of ingestort. Dit is een buurt waar je beter in de taxi naar toe kunt rijden. Voor de kathedraal (nationaal monument) en ook in de rest van Managua staan enorme knalroze billboards met propaganda van een politieke partij. Het lijkt meer een aankondiging van een nieuwe vrouwenfilm. Op rotondes staan mensen te demonstreren tegen haat en voor de regering. De steun voor de regering lijkt allemaal een beetje nep en opgezet.
Vanuit Managua bezoeken we het reserva Chocoyero, waar zich een rotswand bevindt vol met parkietenholen. Iedere ochtend vliegen ze uit en ´s middags komen ze tussen 4 en 5 weer terug. Met paartjes vliegen ze dan pijlsnel recht hun eigen holletje in. Het is een gekwetter van jewelste en superleuk om te zien.

In een paar uurtjes fietsen we naar Granada, een soort backpackers- en vrijwilligersparadijs. Dat is ook wel te merken aan de prijzen. We spreken hier weer af met onze Spaanse vriend Guillermo, die hier ook als vrijwilliger werkt. Hij is nog maar 4 dagen bezig, maar als hij ons rondleidt, komt er langzaam uit dat hij het niet al te geweldig vindt. Het is slecht georganiseerd, vrijwilligers hangen hele dag in een hangmat, en er zijn 2 kampen onder de vrijwilligers; de Spanjaarden en de rest. Hij is nu al als bemiddelaar ingezet. Dat hij met iedereen optrekt vinden de Spanjaarden weer niks. Wij vinden het maar een raar gebeuren, dat is toch niet helemaal het idee van zo´n project!!

Vanaf Granada fietsen we langs het meer Lago Nicaragua naar de ferry. Deze brengt ons naar het eiland Isla de Ometepe, dat bestaat uit 2 vulkanen. Het ziet er erg mooi uit. Door de hitte gaan we ´s middags nog naar de ecologische boerderij van Chris, over een zandweg waar brulapen boven ons slingeren. Na 3 uur zijn we er eindelijk en blijkt Chris pas de volgende avond terug te komen. De vrijwilligers koken voor ons en wijzen ons de douche en een slaapplaats. Aangezien daar een wespennest hangt en ik direct wordt gestoken, verhuizen we naar de vliering. Ik durf niet naar het matras (incl. dode en misschien levende insecten) te kijken, dus ga in het donker snel in mijn lakenzakje liggen. ´s Nachts brengt de kat ons nog een bezoek en gaat over de rand met zijn nagels in Sander zijn voet en het muskietennet hangen. Eén wond en een groot gat rijker, worden we de volgende ochtend gewekt door de brulapen.

We beklimmen de vulkaan Maderas. Een jongen van onze groep blijkt niet echt goed voorbereid, te weinig eten en drinken en halverwege moeten we iedere keer op hem wachten. Vandaar dat we er 8 uur over doen om 1100m te klimmen en daarna weer te dalen. Onze kleren zijn drijfnat van het zweet. In de krater is een lagune waar je in kunt zwemmen. Niet iedereen gaat er in, omdat de verwachting van een azulblauwe lagune in het echt niet waargemaakt wordt. Wij duiken er wel even in om af te koelen.
Met moeite stap ik de volgende dag op de fiets. Mijn knieën hebben het wandelingetje van gisteren niet gewaardeerd. We rijden naar de ferry en slapen aan de andere kant van het water. We gaan morgen pas verder, want er staat ons weer een onverharde weg te wachten.

We willen naar het strand, en dat betekent onverhard. Na 30km begint het plezier, maar het is ontzettend steil en nóg heter! Ik wist niet dat een mens zoveel kon zweten. Na 50km komen we aan op playa del coco. Alle slaapplaatsen kosten hier vanaf 90 dollar (slik). Gelukkig mogen we in een extra slaapkamer in het huis van een Canadees liggen. Hij verhuurt 1 kamer, maar die is al bezet. De stroom is hier meer uit dan aan, dus de ventilator en de watertoevoer werken niet. Dan maar wassen in de zee! Met de bodyboards nemen we een heerlijke duik. Zijn huis heeft een terras wat vanaf een heuvel uitkijkt over zee. Laten we hier nog een dagje blijven.... ´Nachts gaan we naar het strand om te kijken naar de schildpadden die hier hun eieren komen leggen. Ze hebben geen zin vannacht, dus laten ons lekker wachten. Wel komen er vele nesten met schildpadeieren uit. Dat is zo´n grappig gezicht. Eerst zie je er 1 of 2 schildpadjes van een paar cm worstelen om zich uit te graven en binnen een paar minuten zijn het er 30 boven en door elkaar en nog een paar minuten verder, zijn er 60 of 70 uitgekomen. Daarna waggelen ze allemaal naar de zee. Soms worden ze halverwege opgegeten door een krab. Sommige toeristen houden zich wat minder aan de regels en pakken de schildpadjes op en zetten een zaklamp gelijk een bouwlamp op hun kopje. Wat een trauma voor die beesten. Maar goed, dit strand is in ieder geval beschermd. Op het naastgelegen strand worden de nesten direct leeggehaald en voor 5 cent per stuk verkocht.

Vanaf deze idyllische plek fietsen we naar de grens. Vanaf deze weg moet er een afslag zijn om op de weg uit te komen naar de legale grensovergang. En dan bedoel ik waar ook de douane en immigratie te vinden zijn. We vragen het onderweg wel 5 keer om niet per ongeluk rechtdoor te rijden over de illegale weg. Je voelt het al aankomen, afslagje gemist (het moet niet meer dan een karrenspoor geweest zijn) en terugkeren doe je ook niet zo snel. Er was natuurlijk ook niemand om het aan te vragen. Het zand en keien ging over in modder (van het soort boetseerklei dat je zelf met water niet van je fiets af krijgt) en op een hek, verstopt achter het onkruid stond `Welcome Nicaragua´. Hmmm, dit is vast de grens. Nou ja, dan maar hierlangs. Iedere 20m moeten we stoppen om de klei tussen de remblokken uit te peuren en aan de schoenen hangt ook 4 extra kilo. Klikpedaaltjes functioneren niet meer en de ketting begint te kraken. Sander stapt zelfs nog in een poel met fiets en al om ze te wassen. De weg werd zó steil dat naar beneden gewoon eng was. Naar boven ging niet op de fiets. Met zijn tweeën moesten we de fietsen om de beurt naar boven duwen. Op zo´n moment vraag je je toch af...... ?

Undecided

Maar ´s avonds onder het genot van een biertje ziet zo´n zware dag er heel anders uit.

Honduras

Onze eerste indruk van Honduras is niet zo best, maar waarschijnlijk gekleurd door ons beider fysieke conditie. We voelen ons niet goed;geen energie en eetlust en erg veel behoefte aan slaap. Sander heeft hoge koorts en overal uitslag.We blijven 4 dagen hangen in Puerto Cortes, waar we voornamelijk in bed liggen en ons alleen omhoog heisen voor een bezoekje aan de supermarkt of het internetcafe. We hebben al weinig honger, maar er zijn hier ook nog eens alleen maar Amerikaanse fastfoodketens. Ik waag het een keer in m´n eentje op de Burger King, maar besluit na een halve burger me over te geven. Hier ga ik me niet beter van voelen.
Omdat we ons niet beter voelen, gaan we naar de dokter. Sander heeft Dengue (knokkelkoorts) en krijgt een injectie en een hoop pillen. Ik krijg (wederom) een nieuwe anitbioticakuur (de vorige was volgens de dokter meer bedoeld voor een griep of zoiets, en bedankt). Sander knapt iets op, maar mijn eetlust wordt niet beter. We gaan het toch maar erop wagen. De 1e fietsdag in Honduras eindigt na 20km langs de weg met de duim omhoog. Ik krijg de pedalen echt niet meer rond....
In San Pedro de Sula liggen we in een hostel waarvan de eigenaresse ons heen en weer rijdt van dokter naar apotheek naar ziekenhuis naar dokter en weer terug.De dokter kan natuurlijk niks vinden, maar gelukkig heb ik nog diezelfde dagal meer eetlust. Vooral de keuken die we mogen gebruiken draagt daar aan bij, denk ik. We blijven 4 dagen zodat ik mezelf vol kan stoppen met calorieën en weer kan aansterken.
We bezoeken nog een van de vele malls waar we vol verbazing kijken naar de rijen met fastfoodketens en de enorme massa `vretende´mensen. We zien de mensen niks kopen, dus ze komen alleen maar voor het eten. Fastfood is hier enorm populair, het stikt er van allerlei ketens.
De laatste avond gaan we met een aantal andere gasten naar een concert van de band waarin onze hosteleigenaresse zingt.Ook daar gaan we met de auto naar toe en met de taxi terug. In deze stad moet je zorgen dat je je in de juiste buurt bevindt en 's avonds vooral niet over straat gaan lopen. Gangs floreren hier en maken de stad onveilig.

Na 4 dagen lummelen stappen we weer op de fiets. Het voelt wel goed, doch wat onwennig. Gelijk worden we na 50 km getrakteerd op een steile klim, waar we nauwelijks tegenop kunnen. De spieren hebben wat geleden. Maar na een paar dagen fietsen door de bergen, komt de conditie en het fietsplezier al weer aardig terug. Dat konden we wel gebruiken, na deze lichamelijke en geestelijke dip.
In de hoofdstad Tegucigalpa tracteren we onszelfop een concert in het nationaal theater. Het blijkt om een concert te gaanwaarvan de opbrengst naar een stichting voor gehandicapte kinderen gaat. Zij hebben een therapie ontwikkeld waarbij de kinderen nogal hardhandig heen en weer worden gerold, geschud, gegooid. Wij vragen ons af wat de NL kinderbescherming hiervan zou zeggen. De muziek daarentegen was erg goed.
De volgende dag bezoeken we parque nacional La Tigra. Dit park is moeilijk te bereiken, de bus ging omhalf 7 en wij stonden er om kwart voor 7.De volgende bus gaatpas weer om half 10. Omdat niemand ons kan vertellen hoe we dan op tijd in het park kunnen komen, nemen we een taxi. We spreken een prijs af (hij zucht wel hevig), waarbij hij na 2 minuten al probeert om deze te verhogen. Hij heeft gezegd dat hij weet waar het is..... waarom vraagt hij dan 15 keer de weg aan mensen? Na 10km verhard volgt nog 12 km onverhard, met kuilenen modder. We hopsen heen en weer en de taxichauffeur zucht en steunt over de km's en de prijs. Hij wil meer, anders zet hij ons niet af bij het bezoekerscentrum. Tja, maar dan betalen wij niet....afspraak is afspraak. Hij noemt zijn prijs om op ons te wachten en ons dan terug te rijden naar de stad: 50 dollar. Dan is de keuze niet zo moeilijk:voor 70 dollarcent nemen we de bus wel. Het park is mooi en rustig en op de terugweg in de bus worden we getrakteerd op dreunendediscomuziek.

Vanaf de hoofdstad fietsen we naar de grens met Nicaragua. Onderweg is er een opstopping op de weg. Er staan 6 jongeren te collecteren voor een of ander doel. Dat gebeurt hier wel vaker, voor een school, politie, brandweer etc. Alle auto's worden gestopt door de politie en ´mogen' dan iets doneren.Er is dus geen ontsnappen aan!
Even laterkomen 3 mannen in een jeep naast ons rijden en beginnen vragen te stellen. We stoppen en zeblijken voor een sportkrant te werken. We hebben een deja-vu naar Mexicoen we hebben de antwoorden voor het interview snel klaar. Dan nog wat foto's en klaar is kees. Kijken of we er dit keer weer in komen te staan!
De grens is weer zoals alle grensovergangen. Er bestaat een afspraak tussen Guatemala, Honduras, El Salvador en Nicaragua. Mensen mogen 90 dagen blijven in deze landen en kunnen vrij de grenzen over. Deze afspraak geldt alleen in werkelijkheid iets minder dan op papier. Bij alle 3 de landen hebben we tot nu toebetaald bij het in- en/of uitgaan. Zodra ik begin te protesteren ennaar deze afspraak verwijs, bijt de douanebeambte me toe: wil je verder of niet? Tja, danis de keuze snel gemaakt: dokken en niet meer over nadenken. En vanaf daar dalen we met een vrij gevoel af naar onze eerste groene Nicaraguaanse vallei.

Belize

De douanebeambte van Belize wilde weten wat onze fietsen waard waren en zette het door ons iets naar beneden afgeronde bedrag in ons paspoort!! Stel je voor dat je het echte bedrag noemt en alle douanebeambten in Zuid-Amerika dit kunnen lezen. Lijkt me geen goed idee! Belize is een heel ander land dan de landen Mexico en Guatemala. Waar deze twee een centraal amerikaanse sfeer hebben, ademt Belize direct na de grens een Caribische en relaxed sfeer uit. Dat bevalt ons wel. De bouwstijl is gelijk meer Amerikaans, van hout en met veranda´s. (Echter, geen fastfoodketen te bekennen). De inwoners zijn donkerder en er wonen veel vluchtelingen uit El Salvador. Je hoort veel Bob Marley en rasta is hier nog steeds in. Op straat hangt regelmatig een heerlijke weedlucht. De restaurants en winkels worden bijna zonder uitzondering gerund door Chinezen.
In San Ignacio hebben we weer met Morten en Judith afgesproken. We gaan samen een grot bezoeken waar je volgens de gids een echte Indiana Jones-ervaring zult hebben. Nou, en die hebben we. Met helms, bikini´s en hoofdlampjes moeten we de de ingang van de grot inzwemmen en ons daarna tussen smalle en glibberige rotsen doorwurmen. De gids laat ons ook nog even 5 minuten in het donker door steeds dieper water lopen. Om de haverklap zingen wij de tune van de Indiana Jones film en maken we flauwe grappen. Gelukkig vindt de rest van de groep het wel grappig, want we houden vol tot vervelens toe....
De volgende dag fietsen wij via de hoofdstad naar het Blue Hole National Park, waar we een frisse duik nemen in een blauwe plas water die uit de bodem komt. Daar spotten we ook een prachtige groene slang van 2 meter. Achter ons horen we tumult, blijkbaar waren 2 slangen tijdens hun gevecht in de waterput gevallen waar wij net in lagen. Hebben we die net gemist, balen zeg.
Die middag nemen we afscheid van Morten en Judith en gaan zij verder naar het zuiden richting Guatemala. Wij hebben een verschrikkelijke nacht in de tent, waar we worden opgevreten door de insecten en letterlijk van ons matje drijven van de hitte. Tja, de suite was ongeveer 5 keer ons budget. De volgende dag fietsen we naar Dangriga, aan de Caribische kust, om daar lekker een paar dagen in een hotelletje vlak aan het strand te verblijven. We gaan een dagje snorkelen bij een eilandje. De rest van de tijd liggen we eigenlijk voornamelijk op bed, omdat we niet lekker zijn en geen eetlust hebben. Na een paar dagen nemen we de boot naar Honduras. Of we onze fietsen ook weer mee het land uit nemen, wordt niet meer gevraagd. Wat betreft de overtocht: Niks luxe ferry, met koude biertjes in de bar..... gewoon een kleine speedboot met te veel mensen en bagage, keiharde bankjes en overspattend zeewater. Als ik niet zo misselijk was, had ik er misschien van genoten. Maar gelukkig duurt het maar 3 uur en worden we daar gedumpt op een kade......... nieuw land, nieuwe kansen.

Guatemala

Bij La Mesilla gaan we de grens met Guatemala over. Na een half uurtje staan we aan de andere kant. Wederom is het een enorm verschil tussen de 2 landen. Het gaat er hier chaotisch aan toe. We proberen een hotel te zoeken, maar dat valt hier nog niet mee. Je kan voor weinig op een bananenbed liggen in een soort gevangeniscel of voor te veel quetzals in een duur hotel. Na 10 pogingen vinden we iets in het midden, de ventilator piept wel een beetje, maar vooruit. Terwijl ik onder de douche sta, hoor ik gekraak en gevloek. Sander zat rustig op bed toen de ventilator een poging deed hem van deze aardkloot te helpen. Gelukkig kon hij de ventilator net op tijd vastpakken, waardoor deze zich vastdraaide en kortsluiting veroorzaakte. En de schoonmaker kon er alleen maar om lachen!!!
Vanaf de grens fietsen we een gestage, prachtige klim langs een rivier omhoog. Onderweg wordt er naar ons gezwaaid, zelfs door kinderen, wat in Mexico niet veel gebeurde. Ze hangen uit de raampjes van de schoolbus en joelen en moedigen ons aan.

In een paar dagen zijn we in Panajachel, aan het meer Lago de Atitlan, omgeven door vulkanen. Om daar te komen, moet je in 8 km ongeveer 800m dalen, wat soms een gevoel in je maag geeft alsof je in een kermisattractie zit. Om deze weg niet terug omhoog te hoeven fietsen, besluiten we de volgende dag de bus te nemen naar Chimaltenango vanwaar we naar Antigua fietsen. We gaan met de chickenbus. De assistent tilt de fietsen met een hand het dak op, terwijl wij deze met z´n 2-en met moeite omhoog tillen! Iemand van onze lengte moet zijdelings in de bankjes zitten, er is te weinig beenruimte. Deze chickenbussen scheuren er op los, dus bij iedere hobbel kijken we achterom of er geen fiets van het dak de weg op stuitert. In Antigua komen we Sander z´n zus en haar man tegen, Judith en Morten

Wink
. Zij zijn hier een aantal weken op vakantie en bezoeken Guatemala, Mexico en Belize. Samen beklimmen we de vulkaan Pacaya, waar je langs de lava kunt lopen. Niet te dichtbij, want je voelt de hitte op je huid schroeien. Als bonus spuit de vulkaan nog hete lava de lucht in. Het is erg leuk om tijd door te brengen met z´n 4-en. En om weer met familie Nederlands te kunnen kletsen. We spreken af om elkaar weer te zien in Belize.

We gaan richting het noorden, naar Coban. De 1e dag begint het te regenen. Waar we niet op gerekend hadden, was de onverharde weg die we moesten nemen en die nu was veranderd in een modderpoel. 40 km ploeteren en de fietsen en wijzelf die van top tot teen bedekt waren met modder. Wijzelf leken wel moddermonsters, met regenpakken die bedekt waren. Halverwege stond het verkeer stil, omdat er een bus in de berm was gereden/gegleden en niemand die meer voor- of achteruit kon. Daardoor konden wij onze weg vervolgen zonder medeweggebruikers. Na 10 uur kwamen we aan in een dorp, waar we naar de autowasserette zijn gefietst, waar 6 mannen ons verdwaasd aan stonden te kijken. Maar het werd zo gezellig dat we gratis onze fietsen mochten afspuiten. Ondanks deze maatregelen lieten we nog een spoor achter in het hotel. De volgende dag was het met het afzien nog niet gedaan. De weg werd nog steiler en over de laatste 7 km omhoog deden we ongeveer 3 ½ uur (waarvan 2 km gelift), omdat we iedere 50m moesten uitblazen. Zelfs lopen ging bijna sneller. Na 25 km afdalen over stenen, putten en hobbels besloten we dat wij onze portie wel gehad hadden en zijn we lekker in een hotelletje gaan liggen. Ook in dit dorp werd er een feest gevierd. Ieder dorp is verdeeld in 4 zones, die ieder zijn heilige heeft. Ieder jaar wordt dit gedurende 5 dagen gevierd, met dans, toneelspel met maskers en processie. Een Guatemalteek bekende mij lachend dat het grote aantal feesten in Guatemala er vooral mee te maken heeft dat de mensen niks te doen hebben.
Eenmaal in Coban mocht ik er weer eens aan geloven, een darminfectie. Daarom besloten we een veilige keuze te maken voor het eten en gingen naar een `duur´restaurant. Dat zegt dus niks, na veel krampen in darmen én buik heb ik ´s nachts alles er weer uitgelegd. Dat hielp dus niet echt. Na 3 dagen op bed voelde ik me goed genoeg om de bus te nemen naar Tikal, om daar de maya-ruines te bezoeken. De ruines waren erg mooi, maar we waren vooral blij dat we eindelijk dieren zagen, veel apen, neusbeertje, toekans, grijze vos, specht, pindahoofdvlinder etc.

op weg naar San Cristobal (MEX)

Vanaf Toluca fietsen we richting het zuiden. We bereikenhet hoogste punt dat we zelf op de fiets bereikt hebben, 3100m. Hier kunnen we al goed merken dat er minder zuurstof is. Eerst denk ik nog dat een puffertje zal helpen, maar de ademnood blijkt dus een andere oorzaak te hebben. Gelukkig rijden hier weinig auto´s, zodat we in ieder geval schone lucht inademen.
In de staten Puebla en Oaxaca waar we komen,wonen de Zapotec en Mixtec, inheemse volkeren die je niet veel te zien krijgt. Ze zijn terughoudens, spreken hun eigen taalen wonen voornamelijk achteraf en sommigen zelfs in grotten. De naam Mixtecbetekent volk van de wolken. Ik begrijp waar dat vandaan komt, aangezien er veel bewolking en mist is, wat het landschap iets mysterieus geeft. Op deze manier kun je ook niet zien hoe hoog de bergen zijn die nog komen, dus worden we ook niet gedemotiveerd.Wat ons wel demotiveert is dagen achtereen veel klimmen. Als er dan vanaf Huajuapan een flinke klim van 25 km in 5 kmteniet wordt gedaan door een pittige afdaling die wordt vervolgd in de volgende steile muur van asfalt en een regenbui, besluiten we een lift te nemen.De stad Oaxaca en de geplande rustdagenlokken ons te zeer. In tegenstelling tot wat de gemiddelde Mexicaan beweert, worden we binnen 5 minuten opgeladen op een pick-up. Rolando, onze chauffeur, werkt voor de overheid, wat verklaart waarom hij zich niet aan een schema hoeft te houden en geen haast heeft. Het wordt niet helemaal duidelijk wat hij precies doet. Hij is vertegenwoordiger van een dorp, maar lijkt zijn dag te vullen met bellen en documenten ondertekenen. We bezoeken onderweg een oude Dominicaanse kerk plus klooster, stoppen om te eten bij een vriend (de stukken lever en bot dreven in de soep, brrrr) waarbij hij erop stond om te betalen en rijden we naar een uitzichtpunt over de stad Oaxaca.Uiteindelijk zet hij ons nog voor de deur van ons couchsurf adres af!!

Na een aantal dagen Oaxaca vervolgen we richting het smalste stukje Mexico. De wind die we al die tijd vermeden hebben, komt ons hier vanaf de zijkant vrolijk heen en leer duwen. Onderweg komenwe in een dorp waar de kamers vol zitten. De vrouw biedt ons aan voor 10 dollar onze tent op te zetten tussen de terrastafeltjes op kiezels. We besluiten deze (te overmatig geprijsde) buitenkans te laten schieten en rijden door. Bij een restaurantmet een rancho aan de rivier vragen we of we onze tent op mogen zetten. De mensen van het restaurant vinden het prima, we mogen ook onder een afdakje van een schuur gaan liggen en ik mag er zelfs douchen.Na het eten ga ik nog even met de vrouwen kletsen. Ze zijn net iets ouder dan ik, maar hebben 3 kinderen en zijn 15 jaar getrouwd. Hier is het normaal dat meisjes soms al op hun twaalfde kinderen krijgen. Ze vragen of wij kinderen hebben en beginnen vervolgens te grappen dat we wel op mogen schieten. Ze zeggen dat ze wel naar NL komen om op te passen, tegen die tijd zijn hun kinderen groot genoeg. Ze bestoken me met allerlei vragen. Een van hen zou ontzettend graag de Cañon de Sumidero willen bezoeken, zo´n 200km verder. Ze vraagt of ik voor haar wil kijken. Voor ons is dat 1 klein onderdeel van een enorme reis, voor haar een onbereikbaar doel. Van deze ongelijkheid moet ik wel even slikken.

Na een paar dagen te hebben genoten van het vlakke fietsen, wordt de pret enigszins gedrukt door het vooruitzicht van 2000 klimmeters naar de stad San Cristobal de las Casas die we in 1 dag willen afleggen. We beginnen vroeg en klimmen 50 km lang omhoog, waarna een kleine afdaling volgt. Op dit soort momenten moet je het hebben van mentale doorzetting, want na die afdaling volgde doodleuk nog eens 10 km klimmen! Maar we halen het wederom!

De volgende dag ervaar ik dat het zo erg nog niet is op de fiets We hebben een excursie geboekt naar de Maya-ruïnes van Palenque, maar na een paar uurtjes in de bus en 300 bochten verder grijp ik naar het eerste zakje in mijn bereik. Gelukkig zijn onze Amerikaanse medereizigers voorzien van vele medicijnen tegen wagenziekte. De ruïnes zijn erg mooi, helaas begint het na een uur te stortregenen en rennen we het park weer uit. Dus nog steeds geen apen gezien!!

Michoacan

We hadden hem niet zien aankomen. Hij sprong van rechts uit de bosjes, eerst naar mij, maar besloot toen al snel dat Sander een beter hapje was.Natuurlijk waren we net aan het klimmen. Deze hondgromde en liet zijn tanden zien; hij nam zijn taak om een of ander golfplaten krotje te bewaken erg serieus.Gelukkig bleef de schade beperkt tot twee gaten in de achtertas waar hij in was gaan hangen en twee hijgende fietsers met een abnormale hartslag. Precies deze dag was ik mijn paardrijzweepje vergeten, maar geziende aard van de Mexicaanse honden, lijkt het me niet onverstandig op zoek tegaan naar een nieuwe.

Onderweg naar Mexico City bezoeken we de Vulkaan Paricutin. Hiervoor gaan we van de geplande `richting' af en nemen een binnenweg. Een hel van een klim, maar wel door prachtige beboste bergen. Deze regio wordt bewoond door de Purepechan indianen, die een andere taal spreken.De vulkaan is ongeveer 2700 meter hoog enpas in 1943 ontstaan. Begin 1943 werden er in het dorp Paricutín aardschokken gevoeld en gerommel gehoord.De boer Dioniso Pulido zag de grond van zijn graanveld opensplijten. Hij probeerde de spleet te vullen met stenen en aarde, totdat er lava en uit begon te spuiten.Aan het eind van de dag was de vulkaan al 10 meter hoog en na 1 jaar 410 meter. De vulkaan bleef materiaal uitstoten en heeft twee dorpen verwoest. Alleen een onafgemaakte kerk komt er nog een stukje bovenuit, een heel raar gezicht.Wij gaan met Francisco van 82 jaar,te paard naar boven. We komen er achter dat er meerdere vormen van zadelpijn bestaan. 6 uur op een paard zonder ervaring, dat voel je! Zeker als het paard er de draf inzet, voel je je net een zak aardappels..... Maar het eindresultaat is een kijkje in de krater, een uitzicht over de lavavelden en rondklimmen bij de kerktorens.

Vanuit Toluca hebben we de bus genomen naar Mexico City, waar we 3 dagen geweest zijn. Met dezelfde fietser die we 2 keer eerder ontmoet hebben, gaan we de Azteekse ruïnes van Teotihuacan bezoeken. Hij heeft 2 uur geslapen na een intensief baronderzoek en dat is nog te merken. Maar het is erg gezellig.Hij blijkt echter stabieler te zijn dan ik, want ik ben degene dieeen snoekduik van een pyramidemaakt. Ik klap door m´n enkel en ontmoet de 2000 jaar oude stenen die helaas niet meegeven. Het blijft bij 2 pijnlijke handen en blauwe plekken (en waarschijnlijk een paar lachende toeristen). Het is erg indrukwekkend wat ze hier hebben gebouwd in die tijd en dan te bedenken dat dit maar een klein gedeelte is. De rest ligt ergens onder het nieuwe Mexico City en zal waarschijnlijk nooit opgegraven worden.
De rest van de tijd lopen we wat rond in het centrum van de stad. Het is absoluut niet zo gevaarlijk als waar ze voor waarschuwen, wij voelen ons hetzelfde als in alle andere Mexicaanse steden.